Klachten
Als je te veel glucose in je bloed hebt en je lichaamscellen geen energie meer krijgen, kan je lichaam op allerlei manieren reageren:
- Je hebt verschrikkelijke dorst. Dat komt omdat je lichaam wil dat al die glucose uit je lijf verdwijnt. Het lichaam zorgt ervoor dat er extra veel plas wordt aangemaakt die de glucose kan afvoeren. Daarom heb je veel vocht nodig en krijg je zo’n dorst.
- Je bent moe, hebt eigenlijk nergens zin in. Omdat jouw cellen geen energie meer krijgen, word je moe.
- Je wordt opeens mager terwijl je goed eet. Iedereen heeft lichaamsvet waarin energie zit opgeslagen. Als je lichaam geen energie meer krijgt uit de glucose in het bloed, gaat het de energie vrijmaken die in het lichaamsvet zit. Dat wordt dan zogenaamd verbrand. Door het verdwijnen van het vet word je magerder. Ook door het vele plassen verlies je gewicht (dehydratie).
- Je voelt je misschien misselijk. Als je lichaamsvet verbrandt, komen er afvalstoffen vrij. Die zijn giftig en zuur. Om deze afvalstoffen kwijt te raken, moet je meer plassen en ga je deze stoffen uitademen. Dat ruik je. Geen wonder dat je misselijk wordt.
- Het kan zijn dat je dingen slechter ziet. Ogen hebben een lens die zich zelf scherp stelt. Maar hoe die lens werkt, hangt af van de hoeveelheid glucose in je bloed. Want ja, ook in je oog lopen hele kleine adertjes. Daarom zie je af en toe beter en slechter.
- Je kunt last hebben van een infectie. Als je diabetes hebt, staat je lichaam eigenlijk een beetje op z’n kop en is het te druk bezig om het probleem met die glucose goed te regelen. Je bescherming tegen allerlei bacteriën en schimmels – vervelende dingen die ontstekingen en klachten veroorzaken – is dan gewoon wat minder. Hierdoor kun je een ‘infectie’ krijgen, zoals de dokters dat noemen.